'It's my liiiife... It's now or neveeer...' Bon Jovi schalt uit m’n wekkerradio. Met een flinke dreun leg ik het door mij gehate apparaat het zwijgen op. Zuchtend draai ik me nog een keer om en zak langzaam weer weg in mijn droom over reusachtige vliegende pepernoten en wandelende chocoladeletters met marsepeinen zwarte pietjes en mijters erop. Jaja, de pepernoten en chocoladeletters liggen alweer in de winkel (Mensen, het is pas OKTOBER!!) Prrrrr... Dit keer heeft een ferme klap op mijn wekkerradio geen zin, maar laat de wekker op m'n mobieltje weten dat het de hoogste tijd is om eruit te komen. Zuchtend stap ik uit m'n bed, schiet in m'n pantoffels en kijk nogmaals op m'n wekkerradio. Vijf over vijf, gatverderrie! Elke zaterdagochtend vraag ik me, als ik net uit bed kom, weer af waarom ik in godsnaam een bijbaan heb waarbij ik er elke eerste ochtend van mijn weekend zo vroeg uit moet. Gelukkig ben ik daar altijd wel weer overheen zodra ik buiten in de frisse wind naar de Emté fiets, maar het opstaan op zaterdagochtend vormt toch altijd het zwaarste punt van mijn week.
Het dagelijkse reilen en zeilen van een supermarkt (of in ieder geval bij de Emté ) start elke morgen bij de bakkerij. Al in alle vroegte (zo rond half vijf-vijf uur) staan de echte die hards al bij de personeelsingang te trappelen om het brood op de planken te krijgen. De zachte broodjes worden in de gloeiende ovens gestopt, het brood wordt door de snijmachine gehaald, de chocoladebollen worden gevuld, de gebaks- en broodbestellingen worden afgewerkt, het stokbrood, de koffiebroodjes, de croissantjes, de pecannootbroodjes en inmiddels afgekoelde zachte broodjes worden ingepakt, de afdeling wordt aangevuld, etc, etc... Ook bij de groenteafdeling zijn ze altijd al vroeg uit de veren, zodat je moet uitkijken dat je op je weg naar de bakkerij niet struikelt over de bananen en bloemkolen. Rond een uur of zeven komt ook bij de slagerij leven in de brouwerij. De grote stukken varkens- en rundvlees worden door de gehaktmachine gehaald, de biefstukken platgeslagen en de schnitzels gepaneerd. Bij de vleeswaren- en kaasafdeling verschijnen rond half 8 de eerste mensen om de kazen van pakweg 15 kilo in stukken te verdelen en de ham en salami te verpakken. Vakkenvullers zorgen ervoor dat de vloer blinkt en dat alle vracht een plaatsje krijgt in magazijn en schappen en de caissières zorgen ervoor dat de kassa’s klaar zijn voor gebruik en rinkelend de zuurverdiende euro’s van de klanten in ontvangst kunnen nemen. Om 8 uur of half 9 (afhankelijk van de dag) gaan de deuren van de ingang open en komen de eerste fanatieke klanten met hun winkelwagentjes naar binnen gestormd.
Op zaterdagochtend zijn het eigenlijk altijd dezelfde klanten die al om kwart voor 8 voor de deur staan (N.B. De winkel gaat pas om 8 uur open, waarom blijf je in godsnaam niet een kwartier langer in je bed liggen?!). Terwijl wij nog druk aan het vullen zijn, snaaien zij op hun dooie gemakje de benodigde producten bij elkaar en beginnen dan aan hun run richting de kassa, om te proberen hun wachttijd voor de kassa tot het minimum te beperken. Het valt me altijd op dat wanneer mensen de producten in hun karretjes stoppen en druk de prijzen van de verschillende soorten tomatenketchup vergelijken, alle tijd van de wereld lijken te hebben. Er wordt een praatje gemaakt met bekenden, waarbij dan uiteraard het gehele gangpad geblokkeerd wordt en de halve supermarkt mee kan genieten ('O gut, weet je wie er vorige week een lipcorrectie heeft ondergaan?' Als ik me goed herinner doelde de vrouw die dit zei op de achternicht van de buurvrouw van een vriendin). Het personeel wordt af en toe naar de meest vreemde producten gevraagd ('Verkopen jullie hier ook cement?' 'Nee, sorry meneer. Volgens mij niet.' Waarna meneer in kwestie verontwaardigd zijn weg naar de tandpastaschap vervolgde). Zodra echter alle benodigde producten bij elkaar zijn gezocht, begint het gezucht en gesteun bij de rij bij de kassa's. Dat de caissières hun uiterste best doen om alle klanten zo snel mogelijk te helpen, wordt hierbij nog wel eens vergeten. Ook bij de bakkerij kennen we wat betreft veeleisende klanten de klappen van de zweep. Het reclamebrood dat volgens klanten te snel op is terwijl we ontelbaar veel gebakken hebben ('Waarom zorgen jullie niet dat er genoeg reclamebrood is?!' 'Maar mevrouw, het is vier uur ’s middags, de winkel is al vanaf acht uur open, het is gewoon allemaal op...') of chocoladebollen die net zijn bijgevuld, maar waarvan mevrouw toch per se wil dat er speciaal voor háár nieuwe bollen gevuld worden ('Maar mevrouw, deze bollen heb ik er twee minuten geleden vers ingelegd...' 'Dat kan wel zijn, maar ik wil DIE!!' Het moge duidelijk zijn dat we zulke klanten het liefst zelf door de slagroommachine halen).
Door het bovenstaande lijkt het misschien alsof ik klanten als het noodzakelijk kwaad zie (mjah, van hun centen wordt nu eenmaal toch mijn loon betaald), maar dat is absoluut niet het geval. Hoewel lang niet al mijn bakkerijcollega’s het hiermee eens zijn, vind ik klanten helpen het leukste onderdeel van het werken in de supermarkt. Natuurlijk, het is vervelend als mensen tijdens je weg naar de kantine voor een welverdiende pauze naar allerlei producten vragen waarvan je geen flauw idee hebt waar ze te vinden zijn en kleine kinderen met hun miniwinkelwagentjes tegen je hielen en schenen aanrijden, maar eenmaal achter de toonbank vliegt op de een of andere manier de tijd toch altijd weer zo om. Je maakt een kort praatje met bekenden, je geeft de kleintjes een korstje brood en probeert alvast een voorraad gesneden en verpakt brood te creëren op de momenten dat er even geen klanten staan.
Van het werken bij de Emté kijk ik op de een of andere manier heel anders tegen het personeel aan als ik ergens een winkel binnenloop. Veel mensen hebben werkelijk geen idée wat er allemaal bij komt kijken om een winkel draaiende te houden, of het nu een supermarkt, een kledingzaak of een restaurant is. Ik weet ondertussen echter wel beter en prijs mezelf gelukkig dat ik daardoor nooit een lastige klant zal worden...
dinsdag 27 oktober 2009
donderdag 1 oktober 2009
Privacy: een recht of loze term?
Privacy lijkt de laatste jaren steeds minder belangrijk te worden in Nederland. Na de aanslagen op de torens van het WTC lijken mensen graag iets van hun persoonlijke leven in te leveren voor meer bescherming. Bewakingscamera’s in winkels, stations, banken, musea, op straat en op de openbare weg leggen alle bewegingen van toevallige voorbijgangers vast. Via je mobieltje kan tot op de meter bepaald worden waar je je bevindt, bij het gebruik van je bankpas ben je gemakkelijk te traceren en ook een onschuldig msn-gesprek kan tot op de letter gevolgd worden. Aan bovenstaande voorbeelden zijn we ondertussen gewend, al zal de één hier wat meer moeite mee hebben dan de ander. Tegenstanders van deze praktijken beroepen zich steevast op de ‘schending van de privacy’. Ik vraag me echter af in hoeverre we nu zelf bijdragen aan deze ‘schending’, want geven we tegenwoordig niet zelf ook veel te veel informatie aan de buitenwereld?
Neem bijvoorbeeld een telefoongesprek in de bus of trein. Mijn medereizigers in het openbaar vervoer zullen het met me eens zijn dat er regelmatig telefoongesprekken worden gevoerd door medepassagiers waarin allerlei informatie naar buiten komt waar we eigenlijk helemaal niets mee te maken hebben, van het klagen over exen tot het doorgeven van bankgegevens via de mobiele telefoon. Nu moeten die mensen dat natuurlijk helemaal zelf weten, maar persoonlijk handel ik zulke telefoontjes liever af in de knusse sfeer van mijn woon- of slaapkamer. Ik heb er überhaupt een hekel aan om in de bus of trein te bellen, al is het alleen maar om door te geven dat ik later thuis ben.
Toch is een telefoongesprek in het openbaar vervoer nog relatief onschuldig als we dit vergelijken met de informatie die we met het grootste gemak op het WorldWideWeb gooien. En tot mijn grote schaamte moet ik bekennen dat ik me hier ook aan schuldig maak. Ik zet er nog net geen bankgegevens op, maar binnen vijf minuten kun je mijn hele levensgeschiedenis van het internet plukken. Hiermee kom ik dan gelijk op de kwestie waar ik het eigenlijk over wilde hebben.Begin deze week zat ik mijn Hyves-pagina bij te werken. Aan de linkerkant van het scherm zie je dan zo’n mooi icoontje met ‘google Sylvia’. Aangezien ik het studeren nog even uit probeerde te stellen, vond ik het wel een leuk idee om even te kijken wat daar nu uit zou komen. Na een druk op de knop verschenen er talloze pagina’s waarin mijn naam terugkwam. Ik schrok me eerlijk gezegd helemaal rot. Een jaar of vier geleden zou je alleen terug hebben kunnen vinden dat ik bij Muziektheater Applaus heb gezeten en tijdens de voorstelling van Belle en het Beest de rol van een kopje in het betoverd kasteel vertolkte, maar nu vond ik veel meer informatie terug dan me lief was. Op Artikeltjes.com, Hyves.nl, Netlog.com, BasicPublising.nl, Web-log.nl, Blogspot.com, Twitter.com, Muziektheaterapplaus.nl, Msn.com, Youtube.com en Google.com kwam ik allerlei profielen van mezelf tegen die ik in een ver verleden een keer had aangemaakt en die ik allang vergeten was. Geboortedatum, woonplaats, schoenmaat, gewicht, lengte, interesses, school, werk, relaties, etc, etc, alles was erop terug te vinden! De rest van de dag is van dat studeren niets meer terechtgekomen, want ik was veel te druk bezig om al die informatie te beperken tot oppervlakkige beschrijvingen van mezelf, zodat het meest persoonlijke wat mensen over me te weten kwamen, was dat ik een hekel heb aan stinkvoeten en verslaafd ben aan lippenbalsem. Toen ik ’s avonds in bed lag, vroeg ik me af waarom ik al die info er eigenlijk op gezet had. Het antwoord was eigenlijk heel simpel: ik vind het ook leuk om die informatie over anderen te lezen. Niets is immers zo saai als een profiel waar alleen iemands voornaam en nationaliteit op te vinden is, daar valt immers totaal geen inspiratie uit te halen. Als iemand echter een lijstje met hobby’s neerpent of wat meer vertelt over zichzelf, kun je daar ideeën uit opdoen om misschien zelf ook eens te proberen. Het is echter een feit dat je dat tegenwoordig eigenlijk niet meer kan doen, er lopen veel te veel vreemde mensen op deze aardkloot rond. Voor mij is het immers gewoon inspiratie opdoen, een ander heeft misschien heel andere bedoelingen. Persoonlijk ben ik over het algemeen gelukkig niet zo angstig. Ik ga gerust ’s avonds laat bij het busstation op mijn bus staan wachten, ik kan goed alleen thuis zijn en zie ook echt niet achter elke boom enge mannetjes staan die m’n tas af willen pakken, maar het gewoon een feit dat je iets meer op je hoede moet zijn dan tien jaar geleden.
Uiteindelijk komt het erop neer dat ik het geen probleem vind om tijdens het shoppen gefilmd te worden, om desgevraagd mijn ID te laten zien, om mijn tas te laten controleren of dat wordt gekeken of ik me in de auto aan de snelheid houd. Zolang ik het idee heb dat dit allemaal in het belang van mijn eigen en de maatschappelijke vrijheid is, zie ik dit niet als een schending van m’n privacy. En dat internet? Ook ik houd het voortaan, zolang ik niet zelf kan bepalen wie de informatie te zien krijgt, alleen bij mijn voornaam en nationaliteit…
Neem bijvoorbeeld een telefoongesprek in de bus of trein. Mijn medereizigers in het openbaar vervoer zullen het met me eens zijn dat er regelmatig telefoongesprekken worden gevoerd door medepassagiers waarin allerlei informatie naar buiten komt waar we eigenlijk helemaal niets mee te maken hebben, van het klagen over exen tot het doorgeven van bankgegevens via de mobiele telefoon. Nu moeten die mensen dat natuurlijk helemaal zelf weten, maar persoonlijk handel ik zulke telefoontjes liever af in de knusse sfeer van mijn woon- of slaapkamer. Ik heb er überhaupt een hekel aan om in de bus of trein te bellen, al is het alleen maar om door te geven dat ik later thuis ben.
Toch is een telefoongesprek in het openbaar vervoer nog relatief onschuldig als we dit vergelijken met de informatie die we met het grootste gemak op het WorldWideWeb gooien. En tot mijn grote schaamte moet ik bekennen dat ik me hier ook aan schuldig maak. Ik zet er nog net geen bankgegevens op, maar binnen vijf minuten kun je mijn hele levensgeschiedenis van het internet plukken. Hiermee kom ik dan gelijk op de kwestie waar ik het eigenlijk over wilde hebben.Begin deze week zat ik mijn Hyves-pagina bij te werken. Aan de linkerkant van het scherm zie je dan zo’n mooi icoontje met ‘google Sylvia’. Aangezien ik het studeren nog even uit probeerde te stellen, vond ik het wel een leuk idee om even te kijken wat daar nu uit zou komen. Na een druk op de knop verschenen er talloze pagina’s waarin mijn naam terugkwam. Ik schrok me eerlijk gezegd helemaal rot. Een jaar of vier geleden zou je alleen terug hebben kunnen vinden dat ik bij Muziektheater Applaus heb gezeten en tijdens de voorstelling van Belle en het Beest de rol van een kopje in het betoverd kasteel vertolkte, maar nu vond ik veel meer informatie terug dan me lief was. Op Artikeltjes.com, Hyves.nl, Netlog.com, BasicPublising.nl, Web-log.nl, Blogspot.com, Twitter.com, Muziektheaterapplaus.nl, Msn.com, Youtube.com en Google.com kwam ik allerlei profielen van mezelf tegen die ik in een ver verleden een keer had aangemaakt en die ik allang vergeten was. Geboortedatum, woonplaats, schoenmaat, gewicht, lengte, interesses, school, werk, relaties, etc, etc, alles was erop terug te vinden! De rest van de dag is van dat studeren niets meer terechtgekomen, want ik was veel te druk bezig om al die informatie te beperken tot oppervlakkige beschrijvingen van mezelf, zodat het meest persoonlijke wat mensen over me te weten kwamen, was dat ik een hekel heb aan stinkvoeten en verslaafd ben aan lippenbalsem. Toen ik ’s avonds in bed lag, vroeg ik me af waarom ik al die info er eigenlijk op gezet had. Het antwoord was eigenlijk heel simpel: ik vind het ook leuk om die informatie over anderen te lezen. Niets is immers zo saai als een profiel waar alleen iemands voornaam en nationaliteit op te vinden is, daar valt immers totaal geen inspiratie uit te halen. Als iemand echter een lijstje met hobby’s neerpent of wat meer vertelt over zichzelf, kun je daar ideeën uit opdoen om misschien zelf ook eens te proberen. Het is echter een feit dat je dat tegenwoordig eigenlijk niet meer kan doen, er lopen veel te veel vreemde mensen op deze aardkloot rond. Voor mij is het immers gewoon inspiratie opdoen, een ander heeft misschien heel andere bedoelingen. Persoonlijk ben ik over het algemeen gelukkig niet zo angstig. Ik ga gerust ’s avonds laat bij het busstation op mijn bus staan wachten, ik kan goed alleen thuis zijn en zie ook echt niet achter elke boom enge mannetjes staan die m’n tas af willen pakken, maar het gewoon een feit dat je iets meer op je hoede moet zijn dan tien jaar geleden.
Uiteindelijk komt het erop neer dat ik het geen probleem vind om tijdens het shoppen gefilmd te worden, om desgevraagd mijn ID te laten zien, om mijn tas te laten controleren of dat wordt gekeken of ik me in de auto aan de snelheid houd. Zolang ik het idee heb dat dit allemaal in het belang van mijn eigen en de maatschappelijke vrijheid is, zie ik dit niet als een schending van m’n privacy. En dat internet? Ook ik houd het voortaan, zolang ik niet zelf kan bepalen wie de informatie te zien krijgt, alleen bij mijn voornaam en nationaliteit…
Abonneren op:
Posts (Atom)